Shiva, santai saja

Onderweg naar . . .

Wat zijn wij eigenlijk? Zeilers of reizigers? Die-hards of luiaards? Bikkels of genieters?

Ach misschien zijn we van alles wel een beetje. We houden van weer mogen vertrekken naar een nieuwe bestemming, we houden van aankomen op plekken waar we nog niet geweest zijn. We houden van windkracht 5 met Shiva’s boeg scherend door het water maar windkracht 6 op standje Zeeuws Meisje vinden we ook heerlijk. We genieten van de Engelse ‘Keep up appearances - Absolutely Fabulous sfeer’, we zijn misschien iets minder gecharmeerd van de Noord Franse ‘Allo Allo’ terughoudendheid. We laven ons aan de Bourgondische Vlaamse Fritkotten (en omdat we het Fritkot zo misten zijn we van de weeromstuit vanuit Cadzand gisteren maar weer terug naar Belgie/Blankenberge gezeild ) en voelen ons weer ‘safe & sound’ als we de Nederlandse wateren binnenvaren.

Maar het ‘onderweg’ zijn is waar we het allermeest van genieten. Onderweg naar . . . het maakt ons eigenlijk niet uit. Onderweg naar nieuwe plekken. Onderweg naar nieuwe ontmoetingen. Onderweg naar nieuwe belevenissen. Onderweg naar nieuwe ervaringen. Onderweg naar nieuwe uitzichten. Onderweg naar nieuwe inzichten misschien wel. Het gevoel van op reis zijn en iedere keer weer een stukje van een droom te realiseren. Dat is waar we allebei het meest van houden.

En hoe gaaf is het dan dat we in de bevoorrechte positie verkeren dat we ons de trotse eigenaren mogen noemen van de stoerste boot ter wereld genaamd Shiva? Hoe bijzonder is het dan dat we samen die dromen mogen realiseren? Hoe dankbaar mogen we dan zijn dat we allebei vitaal en gezond zijn om te kunnen doen waar we alletwee zo ongelooflijk van houden?

Enjoying life and being happy!


State of Happiness . . .

Alweer tien dagen spelevaar ik in mijn favoriete zeiltuin, de zee. Soms hotsend en klotsend over wilde baren. Soms wiegelend en waggelend tussen de dwarse golven laverend. Soms bonkend tegen de wind in op hoge opkomende schuimkragen in, maar soms ook smooth glijdend door het licht rimpelende zeewater. En gisteren was het zo’n dag. Zo’n dag waar je blij van wordt .

Er heerst rust aan boord. Mijn bemanning heeft een makkie. Geen derde rif in mijn grootzeil vandaag, geen half uitgerold fok. Mijn beide zeilen staan wijduit als het hoofddeksel van het Zeewse Meisje dat vroeger op het pakje boter stond. Hoe toepasselijk vandaag. Mijn boeg koerst namelijk op de spiksplinternieuwe, State of the Art jachthaven van Cadzand af. Vandaag zeil ik mijn zesde haven en mijn vierde land binnen. Na de onstuimige 22-uurstocht naar Lowestoft, de wildwaterbaan naar Ramsgate, de regenachtige trip naar Dover, de gouden-randjes tocht naar Dunkerque en de ‘lekker voor het lapje’-etappe naar Oostende, mocht mijn kapitein gisteren de Belgische vlag weer strijken.

Ik lig hier relaxt in een mega-brede box lekker lui te wezen. Vanaf het puntje van mijn mast zie ik een van Nederlands mooie zonsondergangen. Zo eentje van goud en oranje en rose en geel. Ik geniet van het uitzicht terwijl mijn kapitein in ‘State of Happiness’ zijn sigaartje rookt aan dek. Dit is ook waar ik van houd. Van de rust, de stilte en van de pracht en praal die de ondergaande zon mij ten toon wil spreiden . . . I am HAPPY .

We love Oostende!

Daar liggen we dan, in de Mercator Marina van Oostende. Hartje centrum met ons kontje naar het Centraal Station en onze neus die wijst naar de Paulus kerk. Tegenover ons een trits aan oerbourgondische Belgische cafe’s en restaurants.

Al op het moment dat we de haveningang van Oostende invaren voel je de happy vibes. Drizzle regen everywhere, maar zelfs door die motterige regen voel je de blijheid. l Oostende. Al vanaf de eerste keer dat ik er een paar jaar geleden voor het eerst kwam. Ook al met Shiva. Toen voelde het alsof we naar de andere kant van de wereld waren gezeild. Nu voelt het vertrouwd en veilig.

Gerinkel van bier- en wijnglazen om ons heen. Er wordt gelachen en gebabbeld. Grote diepe borden pasta worden her en der naar tafeltjes gebracht. Het ruikt naar vakantie. Het ruikt naar zonnige oorden. Het bord scampi’s in lookboter wordt voor me neergezet. De geur van knoflook nadert mijn neus. Het bord is gloeiend heet en zo ook de vergebakken garnalen. Ik neem een hap en ben verkocht.

Mijn ogen kijken mijn tafelgenoot vernietigend aan als hij een stukje brood richting mijn bord brengt terwijl hij verlekkerd naar mijn scampi’s loert. Hij kan de verleiding, ondanks de mogelijke consequenties, niet weerstaan en doopt zijn broodje in de overheerlijke knoflookolie waarin mijn scampi’s ronddobberen. Ik kijk hem flabbergasted aan. Hij heeft het gewoon gedaan. Hij haalt zijn versgedoopte stukje brood uit mijn bord en brengt het richting zijn mond. Hij proeft en sluit zijn ogen . . . .

We Oostende!

Je maintiendrai . . .

Okee, een dagje rust, of misschien wel meerdere dagen rust. Prima hoor, ik vind het helemaal prima. Alhoewel ik het weer zalig vind om op zee te zijn, vooral die nieuwe ervaring van het nachtelijk zeilen vond ik gaaf, heb ik er geen enkel probleem mee om even een dagje of wat rust te nemen. Wat wel jammer is, is dat mijn crew gekozen heeft voor de haven van Dover. Vorig jaar al toen ik hier lag werd er flink getimmerd en gedaan. Blijkbaar wordt er een supersonische, spiksplinternieuwe Seaport Dover gebouwd, maar daardoor lig ik nu wel de hele dag in het lawaai van dat heikanon terwijl mijn bemanning lekker de stad in is voor ‘a cup of tea’.

Maar goed, de weersverwachting is dusdanig slecht (windwaarschuwing windkracht 8/9) dat mijn kapitein ervoor gekozen heeft om de zee voorlopig niet op te gaan. Wat schertst mijn verbazing, bij het ochtendgloren, vanmorgen vroeg al rond zessen, hoor ik de sailor roepen dat ‘die andere Nederlanders’ wel zijn vertrokken. Die hebben het blijkbaar wel aangedurfd zie ik haar bedenkelijk kijken. Binnen dezelfde seconde zie ik haar achter haar laptop kruipen en verschijnen als vanzelf al haar favoriete windguru facts & figures weer op het scherm.

Nog geen halfuur later hoor ik haar de kapitein zn kooi uit gooien en ongelooflijk maar waar, de windwaarschuwing blijkt ingetrokken en naar vrijdag verplaatst te zijn, om 08.00 uur glijd ik de haven van Dover uit. Oostwaarts is het plan. Richting Calais, La Douce France. Mn mast bibbert van de kou want de zon laat zich de eerste uren totaal niet zien en verschuilt zich onder een dik pak grijzige wolken. Maar met de wind lekker achter me heb ik het enorm naar mijn zin en schuif ik moeiteloos door de best wel hoge golven.

Ineens hoor ik gestommel in de kajuit. De kapitein is op zoek naar lapjes stof. Een blauwe, een witte en een rode. Huh? Waar heeft ie die nou weer voor nodig? En dan ook nog op jacht naar naald en draad. Wat gaan we nou krijgen? Terwijl de sailor het roer recht houdt zie ik vanuit mijn masttop een Frans vlaggetje ontstaan . Heeft hij nou echt van zijn gebruikte blauwe onderbroek, een stukje van een witte dweil en een rood poetsdoekje een vlaggetje gemaakt? Het zal toch niet waar zijn . De sailor piest zowat in haar broek van het lachen als ze hem aan het naaien ziet, maar is verrast over het prachtige resultaat. Vlak voordat ik de haven van Dunkerque invaar, na een werkelijk waar zalige overtocht van 45 mijl, wordt het vlaggetje met eer en respect voor de Franse natie mijn mast ingehesen. Je maintiendrai (of zoiets ).

De havenpoorten van Dunkerque begroeten me met een prachtige boog van felgele zonnestralen en ik geloof dat ik mag zeggen dat dit een zeildag met een gouden randje was . . .

To be continued . . .

Partout ou le vent nous emmènera . . .

Omringd met de boeken over de overtochten naar Zuid Engeland en Normandie en de Kanaaleilanden zit ik hier. Waar gaan we morgen naar toe? Dat is de vraag die wij ons de hele dag al stellen. De westenwind, die verrekte westenwind vertikt het om te draaien. Maar wij willen zo graag westwaarts. Wij willen zo graag naar Eastbourne, Brighton en Isle of Wight. Ahum, sterker nog, wij willen daarna ook nog zuidwaarts naar Guernsey als u het nog niet wist .

Na een heerlijk relaxed dagje Ramsgate en een dagje Engels shoppen in Dover, waar we by the way gratis en voor niets getrakteerd werden op een uitgebreide rondleiding door Dover Town Hall door een hilarisch lieve en leuke Doverse dame, willen we weer verder met onze reis.

We hadden met elkaar afgesproken dat de reis moeiteloos moest worden en dat we ons zouden overgeven aan de wind en het weer. Wat een opdracht hebben we onszelf gegeven. Uhhhhh, laat ik het vooral bij mezelf houden, wat een opdracht heb ik mezelf gegeven . Niet te doen! Onuitvoerbaar! Control-freaken als ik kunnen ons niet overgeven. Nou inderdaad, zowel letterlijk als figuurlijk overgeven is voor mij echt niet te doen. Van de drie tochten ben ik er al twee vet zeeziek geweest (en dat ben ik echt werkelijk waar nog nooit geweest) maar ‘overgeven’ ho maar. Pfffff, blijkbaar heb ik nog veel te leren .

Maar goed, daar zit ik dan, in de kajuit met een stapel vaarboeken voor me uitgestald. Ik geef toe, er ligt ook een Engelse chicklit tussen met de titel ‘The Queen of Wishful Thinking’ (voor mn Engels snapt u wel). Paul ligt volledig zorgeloos in de wind en de kou, in zijn korte broek (as always) te dutten in de kuip. Af en toe zo’n slaperig hoofd om de hoek kijkend of alles beneden nog goed gaat.

Het zal toch niet zo zijn dat we morgen oostwaarts gaan in plaats van westwaarts? Frankrijk? Belgie? Huh, maar dat had ik niet besteld! Please kan iemand me helpen? Ik heb een lesje overgave nodig!

Wordt vervolgd . . . ‘wherever the wind will take us’, of ook wel ‘partout ou le vent nous emmenera’.

Een overtocht in 'twee delen' . . .

Een lichte tinteling in mn buik. We gaan naar Lowestoft, een directe oversteek waarbij ook in de nacht gezeild gaat worden. Dit is toch wel weer andere koek. Het zal wat vergen van Shiva en onszelf.

Zonnetje vol in de kuip en een windkracht 4 doet de zeilen bollen en al snel passeren we de laatste boei van IJmuiden. 'Off we go, into the wild', zingt het zachtjes door mijn hoofd. Dat het het woordje wild deze nacht van toepassing zou worden, daar was ik me geen moment van bewust.

Vier uur later met gereefde zeilen passeren we het 20 mile punt. Zon heeft plaats gemaakt voor regen en het mooie windkracht 4 voor een dikke 6. Nog 80 mijlen te gaan, pfff appeltje eitje. We hotsen en klotsen hoog aan de wind nog eens 10 mijl en langzaam begint Liek wat witjes weg te trekken. Nog eens 5 mijl verder komt 'terug naar IJmuiden' op tafel. Ik twijfel geen moment en wil verder. Dat ik de tocht ‘in mijn eentje’ zou moeten gaan leiden was nog geen moment bij me opgekomen. Appeltje eitje zou het worden toch?

10 mijlen verder, Liek raakt volledig uitgeteld door zeeziekte en raakt in een staat van onbedwingbare ellende. 'We moeten terug' zegt ze bleutjes. Mijn uitleg dat het appeltje eitje zou gaan worden blijkt niet het doorslaande succes waar ik op gehoopt had. Bij gratie gods gaan we verder, maar alleen als de, door mij beloofde, afname van de windkracht ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Dat de goden er nog ff een schepje bovenop doen met windstoten tot windkracht 8 maakt het allemaal niet comfortabeler. Als dan ook nog het beloofde ‘geen onweer’, toch ineens losbarst, is het 'appeltje-eitje' verhaal definitief om zeep geholpen. In een totale staat van apathie merkt Liek er allemaal toch niets meer van.

Wat mij bij blijft zijn de ongeloofelijke hoeveelheid heldere sterren. De dikke scharen algen die bij aanraking met onze boot een groen licht geven door het fluoriserende buiswater, zodat het lijkt of we door een sprookje zeilen en het kielzog wel honderden meters blijft oplichten. Als je dit ziet dan voel je hoe mooi het leven is en ervaar je hoe bijzonder onze aarde is.

Tweeëntwintig uur na vertrek uit IJmuiden leggen we aan in Lowestoft. Totaal moe en uitgeput slaapwandel ik van de douche naar onze kooi en val meteen in een diepe coma. Vier uur later word ik gewekt door gerommel van pannen in de kombuis. Lachend en vrolijk, als tweeëntwintig uur daarvoor, staat ze met een brede grijns te vertellen dat ik moet opschieten, want na zo’n tweeëntwintig uur niet eten is het toch echt wel tijd voor een uitgebreide Engelse brunch met eggs en sausages.

Vierentwintig uur geleden zat ik nog stilletjes in een hoekje op de teakhouten bank van de kuip. Stilletjes en onbeweeglijk. Adem in, adem uit, volg ik het advies op dat ik altijd geef als iemand anders in paniek of in de stress is geschoten.

We zijn met prachtig weer vertrokken vanuit IJmuiden, mooi windje in de zeilen. 100 mijl voor de boeg, Twintig uren te gaan. Tuurlijk vond ik het een beetje spannend, maar ach dit moeten we toch kunnen zeg, duhhhhh. Ik loop de eerste wacht tot 12 uur s’ middags en hoeveel fijner kan dat nog als het zicht supergoed is, de lucht hemelsblauw gekleurd is en we in ‘flottielje’ met nog drie schepen aan onze zij de koers richting Engeland intikken in ons supersonische navigatiesysteem?

Om 11 uur geeft de kapitein mij de opdracht om beneden in de kajuit de coordinaten van onze positie in het logboek te noteren en deze coordinaten vervolgens op de papieren waterkaart in te tekenen. Wooowwww net echt! Hmmm, op het moment dat ik ga zitten en de pen in de hand neem voel ik mn maag een beetje draaien, maar kom op, dat gaat wel weer over, dacht ik toen nog. Aan het einde van mijn shift herhaal ik dit noodzakelijke administratieve klusje nogmaals. Hmmmmm, weer dat draaiierige gevoel in mijn hoofd en mijn maag. Snel naar buiten dan maar en lekker genieten van mijn drie uurtjes ‘off’.

Ik settel me in mijn favoriete lage-kant-hoekje. Ff een dutje doen hoor na mijn moeiteloze wacht. Hmmmm, weer dat draaiierige gevoel in mijn maag. Een visioen van mezelf als kind van 10 komt op mijn netvlies. Samen met mijn ouders was ik op vakantie in Spanje (waar we overigens ieder jaar naar toe gingen zoals een goed Indisch gezin betaamt hahaha). Mijn vader was dol op van die kronkelige bergweggetjes met tig haarspeldbochten waardoor we dan uiteindelijk op een prachtige plek uitkwamen waar ik als kind nog totaal geen oog voor had. Een aantal keren moest tijdens zo’n kronkelrit de auto stilgezet worden omdat ik het echt niet meer hield. Wagenziek, iedere keer weer.

En precies dat vreselijke wagenziek gevoel, dat voel ik nu weer. Niet een beetje, niet redelijk, niet gewoon, maar heeeeeeeeeel erg wagenziek. En natuurlijk heet dat op een boot geen wagenziekte, maar ik kan je vertellen, het voelt exact hetzelfde!

‘Ik wil terug!’ ‘Ik wil van die boot af!’ ‘Kom we draaien om, terug naar IJmuiden!’ ‘Ik wil nooit meer op een boot!’ ‘Ik wil de nacht niet op zee doorbrengen!’ ‘Ik wil geen lange tochten meer maken!’ ‘En als je nu die sigaar opsteekt die je van plan bent uit je jaszak te halen dan sla ik je voor je bek!’

Afijn, als dat alles was wat er tijdens deze oversteek gebeurde, misschien was het dan nog wel meegevallen. Halverwege de tocht zie ik een gitzwarte lucht recht voor me. Alweer een deja-vu die mijn netvlies bereikt. Ooit in Griekenland, toen we onbevangen en naief als kleine kinderen op een dag, zonder de weersverwachting goed te bekijken, midden op zee precies zo’n zelfde lucht tegemoet zeilden. Toen kreeg ik nog een ingeving dat we de blauwe plekken in de lucht moesten volgen ;), maar dit keer was er geen blauw spotje te bekennen. Bhaffff windstoot kracht 30 (windkracht 7). Klatssss we worden met een flinke dreun naar rechts geduwd. Dikke druppels uit die gitzwarte lucht. Gelukkig heeft mijn kapitein geanticipeerd op die doodsbedreigende lucht en zeilen we inmiddels zonder fok en flink gereefd grootzeil. Ach tuurlijk, lekkere weerlichten van het onweer kunnen er ook nog wel bij. Ik ben immers totaal niet bang voor onweer toch? En al helemaal niet op open zee waar ik 360 graden rond ons heen niets anders zie dan water water en nog eens water. En waar zijn die flottielje vrienden van ons gebleven. In het niets opgegaan ofzo?

‘Naar bed jij’ word ik middenin de nacht door de kapitein gesommeerd. ‘Slapen jij! En wel nu!’

Vier uur later word ik wakker. Het is alweer licht en ik voel me kiplekker. ‘Huh? Waar zijn we?’ ‘ vraag ik slaapdronken. 'Ach lieverd, ga jij je maar klaar maken. Over een uurtje varen we de haven van Lowestoft in :)’.

Written by the Captain & his seasick Sailor


England here we come . . . again!

Iedere keer weer word ik er blij van. Dat moment dat die sluisdeuren opengaan en ik voor me niets anders zie dan zee, zee en nog eens zee. Voor de tweede keer dit jaar legt mijn crew mij behendig met mn kontje achteruit in de grote comfortabele box van Seaport IJmuiden. Dat invaren in deze haven is wel eens anders geweest haha, maar daar zal ik nu maar niet verder over uitwijden.

Ik merk dat mijn twee trouwe crewmembers een beetje gespannen zijn. De iPads liggen aan de opladers en ook de telefoons krijgen de nodige energie geserveerd. Er wordt druk geschreven terwijl ik ze zie zitten in de kuip. De een met een boek over vaaraanwijzingen op schoot, de ander met de een van de, inmiddels opgeladen mobiele telefoons in de hand waarop allemaal windrichtingen, windkrachten en weersvoorspellingen te zien zijn. Met hoge stemmen van opwinding hoor ik ze met elkaar praten. ‘Zullen we het doen?’ ‘Als we het nu niet doen dan doen we het nooit.’ ‘Durf jij het?’vraagt de een wat onzeker. ‘Ikke wel!’ antwoord de ander stoer.

En dan ineens zie ik mijn trouwe vrienden breeduit lachen en elkaar een high five geven. Ze gaan het doen! Ze gaan het daadwerkelijk doen! Na 7 jaar gaan ze het eindelijk durven.

Ik hoor ze praten over ‘het plan’ voor morgen. Om 09.30 uur staat het vertrek gepland richting de tanksteiger om mijn dieseltank nog even af te vullen. En daarna zal de koers recht westwaarts met de wind vanuit het zuid-zuidwesten gezet worden. Op naar Lowestoft, zo mag ik geloven. 103 mijl voor de letterlijke en figuurlijke boeg. Het wachtloopschema wordt doorgesproken en de taken worden verdeeld. Afspraken worden gemaakt over het aangelijnd zitten aan de lifelines vanaf schemer. Reddingsvesten om en zeilpakken aan vanaf het moment dat de avond begint te vallen. Grootzeil gereefd ongeacht de windkracht in de nacht. Ze gaan voor safe and sound, die verstandige dappere dodo’s.

Het lijkt mij fantastisch wat we gaan doen. Ik heb er ongelooflijk veel zin in. En ik weet al dat het een gave overtocht zal worden. Dit wat we morgen gaan doen, hiervoor ben ik in 1990 gebouwd. Dit is de plek waar ik thuis hoor. Hier op zee, in het zoute water met mijn zeilen fier gehesen. En ik weet dat we het samen kunnen, no doubt about it!

Let’s sail away together . . . and make another dream come true.

To be continued . . .

Klaar voor vertrek

Donderdag 20 juli 2017,22.30 uur, we hebben ons eerste route-overleg gehad. Windkaarten (gribfiles) erbij. Routekaart (Navionics) erbij. Vaaraanwijzingsboeken erbij. Windrichting en windkracht vrijdag zijn nog niet zo belangrijk. Morgen staat IJmuiden op de planning en aangezien we daarvoor het Noordzeekanaal door moeten en zeilen hijsen dan toch niet tot de mogelijkheden behoort, zal het motorren worden. Het route-overleg van morgenavond is vele malen belangrijker. Wat gaat het worden op zaterdagochtend? Welke koers gaat het worden? Noordwaarts richting Den Helder en de Wadden? Of Westwaarts richting de Oostkust van Engeland (Lowestoft of Ipswich), Zuidwaarts richting de Belgische kust, of toch misschien Zuidwestwaarts richting de Zuidoostkust van Engeland (Ramsgate/Dover)? De eerste kriebels van gezonde spanning beginnen mijn borstbeen nu toch wel te naderen. Een soort van kinderlijke opwinding zoals ik m eigenlijk alleen ken van vroeger de dag voor ik jarig was of als het grote vakantie werd.

Voor mij persoonlijk is het een tweede kans om de Engelse kust weer te kunnen verkennen. Dit keer fitter dan ooit, vitaler dan ik in jaren geweest bent en conditioneel gezien kan het wel 25 jaar geleden zijn dat ik me zo goed gevoeld heb. Vorig jaar heb ik van onze ‘overwinning’ naar Engeland niet echt kunnen genieten. De pijnen die een aantal weken na onze thuiskomst geduid werden als reumatoide artritis hebben een groot deel van de lol er vorig jaar wel afgesnoept. Maar dit jaar is het anders. Het afgelopen jaar, waarin ik ervoor gekozen heb om er dit zeilseizoen weer te kunnen staan. Want er was een ding wat ik zo ontzettend graag wilde en dat was kunnen doorgaan met zeilen. En het is me gelukt! Het is me verdorie gewoon gelukt! Ik sta er weer! Ik ben er weer! Met de hulp en begeleiding van zo ontzettend veel prachtige mensen. Ik ga genieten, dat is een ding dat zeker is. Ik ga me helemaal te pletter genieten en of het dan Engeland wordt of somewhere else . . . we zullen het zien. Morgenochtend om 09.00 klinkt het startsein en ga ik er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat Shiva moeiteloos de haven uitgevaren wordt om koers te zetten naar de zilte stilte van de Noordzee.

Wordt vervolgd . . .